De ACOD-LRB Brussel betreurt dat in sommige van onze Brusselse lokale besturen de werksters gediscrimineerd worden omwille van hun geslacht. In antwoord op twee van onze interpellaties weigert het gemeentebestuur van Evere, gemeente van de Minister-President, pertinent om de borstvoedingspauze te implementeren in de administratie. Het arbeidsreglement laat hieromtrent geen twijfel bestaan: ‘De borstvoedingspauzes vinden geen toepassing binnen het bestuur’ (art. 231).
De wetgeving hieromtrent (Code van Welzijn op het werk, arbeidsinspectie [FOD Werk, Arbeid en Sociaal overleg], verplichtingen van het Europees sociaal handvest, besluit van het Europese Hof van Justitie) voorziet evenwel de toepassing van de borstvoedingspauzes voor de werksters die zwanger waren in een speciaal daartoe voorzien lokaal.
Wat ons betreft gaat het hier om een flagrante discriminatie van werkers en dit louter en alleen omwille van het feit dat ze zwanger waren. Tijdens de officiële vergaderingen van 26.11 en 16.12 (Overlegcomité en Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk) slaagde het antwoord van de dienst human ressources ons met verstomming: volgens deze dienst zou het recht op borstvoedingspauzes enkel gelden voor de privésector en hebben jonge moeders wel degelijk het recht om hun melk af te kolven, maar dit enkel binnen hun middagpauze (van 30 minuten). Een antwoord dat blijk geeft van grote minachting voor deze werksters die melk voor hun pasgeborene wensen af te kolven.
In een wereld en een stadsgewest dat bovendien nog eens hoofdstad van Europa is, waar we slechts kunnen vaststellen dat vrouwen nog steeds niet gelijkgesteld zijn aan mannen en dit louter en alleen omwille van hun geslacht, betreuren wij deze visie van de dienst human ressources en de onwil om de wettelijke argumenten die we aanschuiven te aanhoren. Wij vragen dan ook aan de politieke verantwoordelijken om kennis te nemen van deze discriminatie en om de borstvoedingspauzes te organiseren, in belang van het welzijn van alle betrokken werksters.